NAPPA
 

Hoe werkt aardwarmte?

In het project van Nappa wordt warm water van ruim 85 graden Celsius opgepompt vanaf een diepte van 2200 tot 2500 meter. Bovengronds wordt de warmte aan het water onttrokken, waarna het afgekoelde ‘geo-water’ weer terug de ondergrond in wordt gebracht. Dit proces verloopt via twee afzonderlijke pijpleidingen of putten: één voor het oppompen van het warme water en één voor het terugvoeren van het afgekoelde water. Deze constructie wordt een ‘doublet’ genoemd. Een doublet bestaat uit een productieput (voor het omhoog pompen van het warme water) en een injectieput (voor het terugbrengen van het afgekoelde water).

Het opgepompte water blijft in een gesloten systeem van (stalen) leidingen. Bovengronds wordt de warmte via warmtewisselaars overgedragen aan een lokaal warmtenet. Dit warmtenet transporteert de warmte naar nabijgelegen tuinbouwkassen. Als het warmtenet is aangesloten op een stadsverwarmingssysteem, kan het ook woonhuizen of bedrijven van warmte voorzien.

De plek waar het warme water wordt gewonnen en geïnjecteerd, wordt het ‘reservoir’ genoemd. Dit is een diepe geologische laag van poreus gesteente, vaak in combinatie met breuken of holtes, waarin het warme water zich bevindt.

Geothermie wordt wereldwijd toegepast. In Nederland vindt het vooral toepassing in de glastuinbouwsector, waar de warmte wordt gebruikt om gewassen in kassen optimaal te laten groeien. Tuinders die aardwarmte gebruiken, hebben veel minder aardgas nodig. Daardoor hebben groenten en planten uit kassen die met aardwarmte worden verwarmd, een aanzienlijk lagere CO₂-footprint. Dat is beter voor het milieu en het klimaat.