2025-09-18

Het TKI Urban Energy project SafeGeo is afgerond

Aardwarmte, oftewel geothermie, stond centraal in dit nationale onderzoeksproject. In de Nederlandse energietransitie behoort de winning van duurzame energie uit aardwarmte tot de belangrijkste en meest duurzame bronnen. Niet overal is de diepe ondergrond echter even geschikt voor aardwarmtewinning. In sommige gebieden moet gebruik worden gemaakt van breuken in de ondergrond. Het benutten van aardwarmte uit zo’n verbreukte ondergrond roept diverse onderzoeksvragen op.

Het SafeGeo-project werd geïnitieerd door TNO en had als doel meer kennis te vergaren over de ondergrond en mogelijke trillingen (seismiciteit) die zouden kunnen optreden bij de winning van aardwarmte. Het project is uitgevoerd door TNO (tevens penvoerder), de Noord-Limburgse geothermiebedrijven NAPPA en CWG, en EBN (publiek energiebedrijf). Daarbij was er directe inbreng van externe experts VITO (Vlaanderen) en Q-con (Duitsland). Het onderzoek werd ondersteund door de provincies Limburg en Noord-Brabant, de gemeente Horst aan de Maas, Geothermie Nederland (brancheorganisatie) en het KNMI.

Het onderzoek concludeert dat het in gebieden waar aardwarmtewinning uit breuken, scheuren en holtes wordt overwogen, essentieel is om voorafgaand aan de winning voldoende gegevens over de ondergrond te verzamelen. Denk hierbij aan de ligging van breuken, het lokale spanningsveld en de eigenschappen van de ondergrond, omdat deze factoren invloed hebben op de ontwikkeling van temperatuur-, druk- en spanningsveranderingen. Daarnaast is het belangrijk om vóór de start van warmtewinning een monitoringsysteem op te zetten. Dat begint met een nulmeting voorafgaand aan de boring en wordt tijdens de aardwarmtewinning gevolgd door doelgerichte monitoring van het beïnvloedingsgebied. Op die manier ontstaan aanvullende inzichten in hoe de ondergrond reageert op aardwarmtewinning en hoe ondergrondse risico’s veilig beheerd kunnen worden.

Een toegankelijke samenvatting van de resultaten is hier te vinden.

Het volledige (wetenschappelijke) rapport is beschikbaar via deze link.